Interview met Paul Aarts over natuurlijk hardlopen
Anyones Barefootshop was 12 jaar geleden de eerste gespecialiseerde winkel in de Benelux voor minimale schoenen. Toen toch wel een vreemde eend in de schoenenwereld, nu stoppen ze op het hoogtepunt. Maar in die 12 jaar hebben zij veel gezien van de ontwikkelingen in deze sector. En veel mensen geholpen met de overstap naar natuurlijk hardlopen.
Daarom ter ere van het 1-jarig bestaan van deze blog, een interview met Paul Aarts van Anyones Barefootshop, waarbij hij mij tevens de techniek gaat leren om mij zo ook weer aan het hardlopen te krijgen. En bij de volgende verjaardag, van het 2-jarig bestaan, kunnen we zien hoe het is gegaan!
Runner’s World en de Geboren Renner
Op het moment dat ik het winkelpand binnen stap, begint ons interview eigenlijk al. Nieuwsgierig bekijken we elkaars schoenen. Paul draagt Merrells (Vapor Glove 4 3D) en ik heb mijn Luks Milagro aan. De winkel is al leeg, alleen de webwinkel bestaat op dat moment nog.
De laatste dozen met schoenen worden daarop nog verkocht. Paul vertelt over zijn eerste kennismaking met natuurlijk hardlopen en wijst op de poster die nog in de etalage hangt (zie hieronder).
De afbeelding toont de bekende ultra-marathonlopers Scott Jurek en Arnulfo Quimare. Het verschil tussen natuurlijk en conventioneel hardlopen is hierop erg goed te zien, zowel aan het schoeisel als aan de houding van beide lopers.
Nadat Paul en Ans waren gestopt met roken, hadden ze besloten ze te gaan hardlopen om de eraan vliegende kilo’s tegen te gaan. Maar de eindeloze stroom aan blessures leek het onmogelijk te maken om dit vol te blijven houden.
Net als ik had Paul op een gegeven moment ook een scheenbeenblessure gekregen: “De meest pijnlijke blessure die ik ook heb gehad!” Maar toen verscheen in het hardlooptijdschrift Runner’s World een artikel over Feelmax. Schoenen met een ultradunne zool (1 mm) en brede neus.
Totaal anders dan de schoenen met maximale techniek die hem altijd geadviseerd waren te dragen met hardlopen. Kon het dan ook anders? Na ook het boek ‘De geboren renner’ van Christoffer McDougall gelezen te hebben, kwam dit logischer over dan wat hem tot dan toe was aangeleerd. “Mensen hebben het toch duizenden jaren zo gedaan, op blote voeten of slechts met een lapje leer ter bescherming.
Die konden ook lange afstanden rennen. En bekende ultra-marathonrenners lukte het ook”. En dus besloot Paul het natuurlijk hardlopen en de minimale schoenen een kans te geven. Na jaren van blessureleed viel er bovendien toch niets te verliezen.
Het bleek dé oplossing te zijn. En het voelde goed. Paul en zijn vriendin Ans zijn samen overgestapt en zijn sindsdien blessurevrij. Na 9 maanden liep hij zijn tweede marathon, ditmaal op de minimale schoenen van Feelmax en met de nieuwe hardlooptechniek. “Dat was eigenlijk wel veel te snel, je moet het eigenlijk rustiger opbouwen”. Hij heeft daar ook veel van geleerd. “De marathon was midden in de winter, een route met veel puin en stenen. Ik liep kneuzingen op. Maar het lukte om te blijven rennen, mijn voeten konden dit incasseren”.
Stevige gemberthee
We lopen door naar het achterste deel van het pand, waar tot voor kort de stellingen met voorraaddozen nog in lange rijen opgeslagen stonden. In dit deel werden ook de hardloopinstructies gegeven aan klanten die wilden leren overstappen naar natuurlijk hardlopen.
En hier krijg ik zo ook mijn eigen instructie. Ik ben erg benieuwd. We gaan zitten voor het interview en ik krijg een stevige gemberthee aangeboden. “Deze is wat te sterk geworden, maar gemberthee werkt goed tegen spierpijn”, zegt Paul. Ik neem een slok en vind de thee zo eigenlijk best lekker.
Deze tip moet ik alvast maar onthouden, voor als ik straks een paar weken verder ben in de training.
Binnen twee jaar iedereen op barefoot schoenen
Nadat ze waren overgestapt op natuurlijk hardlopen, zijn Paul en Ans vrij snel de winkel begonnen. “Dit was een gat in de markt. Wij dachten: binnen twee jaar loopt iedereen op barefoot schoenen”. En dus werd het pand in Tilburg, waar zij eerst een antiekwinkel hadden, omgevormd tot de gespecialiseerde schoenenwinkel.
In het begin hebben zij het met de winkel best een beetje moeilijk gehad. “Voor de mainstream was dit extremisme”, vertelt Paul. “Destijds werd je met je FiveFingers bij een marathon niet voor vol aangezien. Je moest best wel sterk in je schoenen staan, dus mensen liepen er ook niet zo mee te koop”.
Gelukkig is dat inmiddels wel aan het veranderen. Ondanks dat 12 jaar later nog steeds niet iedereen op minimale schoenen loopt, wordt die groep – en ook het aanbod – steeds groter. Paul pakt er een grafiek bij van de verkoop door de jaren heen.
Deze laat ongeveer een exponentiële groei zien. In de loop der jaren was de belangstelling enorm gestegen en werd het steeds drukker in de winkel. Dat zij hebben besloten om op dit hoogtepunt te stoppen heeft ook te maken met die drukte en de ernstige gezondheidsproblemen die Ans erbij kreeg.
Natuurlijk leren hardlopen
Paul heeft ontelbare verhalen van klanten, die met de nieuwe techniek weer kunnen hardlopen, terwijl ze van tevoren tig blessures hadden. “Dat was ook het leuke aan de winkel, om mensen weer te leren rennen”. Paul toont mij het hardloopschema waarmee je binnen een jaar gaat opbouwen.
Met mijn eigen blessuregeschiedenis in het achterhoofd (RSI en scheenbeen) vind ik het opbouwen eigenlijk behoorlijk rap gaan. Paul moet lachen: “De meeste mensen vind het schema op het eerste gezicht juist veel te langzaam! Maar het schema is slechts een hulpmiddel, iedereen reageert anders en herstelt sneller of juist langzamer. Als je maar goed naar je lichaam luistert”.
Het is nu tijd voor mijn eigen hardloopinstructie. Met de metronoom in de hand legt Paul uit dat je een cadans aan moet houden van ongeveer 18o bpm (slagen per minuut). Het maakt hierbij niet uit of je sneller of langzamer rent. Ga je sneller, dan maak je simpelweg grotere passen.
Paul laat ook zien welke houding je aanneemt. “Als je je been optilt en je onderbeen los laat hangen, hangt je voet al naar beneden toe. Die hangt dan ook al een beetje scheef en dan hoef je hem alleen maar zo neer te zetten. Je landt dan onder je lichaamsgewicht”.
De schouders houd je ontspannen, de ellebogen licht gebogen en de handen ongeveer op heuphoogte. Iedere keer dat je arm naar achter zwaait, raakt je duim de heup aan. Zo weet je of je je armen laag genoeg houdt.
Een andere tip is om te rennen met de mond dicht en te proberen door je neus te blijven ademhalen. En ’s ochtends, op een lege maag. Paul zegt: “Je zult het op een gegeven moment waarschijnlijk moeilijk krijgen, maar dan ga je gewoon een weekje terug in het opbouwschema. De stappen terug, die in het schema zitten, die zijn belangrijk.
Als je daar wat vaker behoefte aan hebt, dan moet je die gewoon pakken. Maar het belangrijkste is om wel door te blijven gaan, dan komt er een moment dat je er niet meer mee kunt stoppen. Je lichaam vraagt er dan om te rennen”. Ook belangrijk is om het rennen op zachte ondergronden in het eerste jaar te vermijden, dus niet in het bos of op het gras. Op een harde grond, zoals stoepen en asfalt, merk je het namelijk als je iets fout doet. Je kunt het dan sneller corrigeren en zult daardoor ook minder snel overbelast raken.
En als je makkelijk te ver naar voren reikt (zoals ik) kun je ook op gravel gaan rennen. Dan merk je het ook snel als je voeten schuiven bij het landen. Paul geeft nog een laatste tip mee: “Stel jezelf een ander doel dan wat regulier het advies is als je gaat hardlopen. Dan is dat doel namelijk vaak een wedstrijd. Maar daardoor ga je te hard trainen in een te korte tijd en dan kun je ergens last van krijgen. Je moet juist zorgen dat je lichaam het volhoudt, ook al wil je hoofd eigenlijk al harder gaan”.
Het hardlopen gaat me niet als vanzelfsprekend af. Terwijl ik het als kind ongetwijfeld ooit zonder nadenken gekund heb, stuur ik nu vertwijfeld mijn lichaam aan. Mijn armen schieten bijna in mijn oksels en ik trek mijn schouders gespannen naar achteren. Mijn voeten strek ik ver voor me uit, alsof ik aan het balletdansen ben, en ik heb een lange ‘zweeffase’. Dit alles merk ik zelf niet eens, maar Paul ziet het en geeft mij aanwijzingen. Na een paar keer heen en weer over de betonvloer, raak ik me bewust van mijn houding en leer ik wat ik zou moeten aanpassen.
Het lukt me niet direct om dit te veranderen, dus we gaan het ook even op blote voeten proberen. Eerst een stukje sprinten. Dat gaat wel vanzelf goed. Daarna het hardlopen weer proberen. Op blote voeten gaat dat al een stukje beter. Ik probeer me het gevoel en de aanwijzingen goed in te prenten voor als ik het straks zelfstandig ga oppakken.
De ontwikkeling van minimale schoenen
Als we weer verdergaan met het interview, vertelt Paul over de ontwikkelingen die hij heeft gezien in de 12 jaar dat de winkel heeft bestaan. Omdat zij de eerste winkel hadden in de Benelux, hebben zij ook veel contact gehad met de ontwikkelaars van de merken, zoals Joe Nimble, Feelmax, FiveFingers en Freet.
Een trend die hen niet bevalt, is dat verschillende merken de neuzen van hun schoenen weer smaller hebben gemaakt. Paul pakt er twee schoenen bij ter vergelijking.
De Joe Nimble relaxToes en de Vivobarefoot Addis. Terwijl de Addis behoort tot de brede Soul of Africa lijn van Vivobarefoot (de rest is smal) en dus een mooie brede neus heeft, is de neus van de Joe Nimble behoorlijk smal en loopt deze ook nog eens terug naar binnen bij de grote teen. “Joe Nimble begint bovendien ook weer met demping…”, zegt Paul teleurgesteld. Hij pakt een nieuwere model van de Joe Nimble Trail erbij.
“Kijk, alleen de neus beweegt nog”. Deze schoenen lijken inderdaad precies op de hardloopschoenen die ik ooit voor mijn vriend had gekocht. Stug en smal. Mogelijk zijn deze alleen wel plat in de zool, maar zelfs dat is niet goed te zien aan de buitenkant.
Dit terwijl de afwezigheid van een hielverhoging ontzettend belangrijk is voor je houding. Paul geeft nog een voorbeeld: “De Merrell Vapor Glove 4 hebben wij gelijk in de uitverkoop gedaan, dit scheelde wel een centimeter met het oude model. Terwijl het ontzettend belangrijk is dat er geen compressie plaatsvindt op de voet”.
Paul geeft een verklaring voor deze ontwikkeling: “Wij hebben er altijd bij de ontwikkelaars op gehamerd om die neuzen breed te houden. Maar merken willen schaalvergroting en leveren daarom in op goede eigenschappen om het product breder verkoopbaar te maken. En mode speelt mee. We kregen soms schoenen ongepast teruggestuurd omdat ze te breed oogden, of dat mensen het er te breed vonden uitzien als ze aan het passen waren in de winkel”.
Gelukkig is het aanbod tegelijkertijd enorm aan het groeien. Kleine bedrijfjes die starten omdat ze de schoenen niet minimaal genoeg vinden, of niet mooi genoeg, of beide. Vooral in Tsjechië schieten de merken als paddestoelen uit de grond. Ook online zijn mensen kritisch. Schoenen met een te smalle neus worden door het bestaande clientèle en door bloggers juist afgekeurd.
Daardoor zie je bij andere merken juist weer een positieve ontwikkeling. Zoals bij het Duitse Zaqq, dat onlangs de pasvorm van de neuzen juist verbeterd heeft. En vooral de kleine bedrijfjes werken zich een slag in de rondte om aan alle vraag te kunnen voldoen.
Harde of zachte zolen
Voor hardloopschoenen was ik zelf uitgekomen op de KSO Evo van Vibram FiveFingers. Een merk dat aan bovenstaande trend mee heeft gedaan qua versmalling. Mij past de damesversie echter wel. Anders had ik nog de herenversie kunnen proberen, die breder valt. Zelf had ik de FiveFingers V-run ook nog liggen, van toen ik net overstapte op minimale schoenen.
Deze gebruikte ik toen voor het wandelen, maar inmiddels vond ik deze niet dun genoeg meer. Paul vertelt dat deze schoen voor het hardlopen van lange afstanden toch wel eens nuttig kan zijn: “Bij een wedstrijd kun je niet altijd voor je uit kijken, omdat er iemand voor je loopt. Dan kun je niet zien waar je je voeten neerzet en dat doet met stenen wel eens pijn. De V-run is op zich wel een hele goede schoen. Doordat de zool kneiterhard is, voel je alles in de ondergrond.
Je kunt er ook voldoende in bewegen. Maar die harde laag beschermt je ook bij puin of stenen tegen kneuzingen. Voor rennen op asfalt of beton heb je dit inderdaad niet nodig, dan is een dun laagje rubber voldoende”.
Stoppen op het hoogtepunt
“Het is best wel vreemd als je ergens mee begint, er ook als eerste weer uit te stappen”, geeft Paul aan. Maar het sluiten van de winkel is waarschijnlijk niet helemaal het einde op dit terrein. Hij heeft al overwogen om zelf minimale schoenen op maat te gaan maken en een boek te schrijven over zijn opgedane ervaring en kennis. “Om toch een tegengeluid te laten horen tegen die grote schoenenindustrie, waar flink aan verdiend wordt, maar die mensen in feite invalide maakt.
Mensen worden nu geopereerd aan voetaandoeningen die te vermijden en om te keren zijn, zoals hallux valgus”. Dat is inderdaad het kwalijke: mensen krijgen lichamelijke schade van schoenen die als ‘normaal’ worden beschouwd. Maar gelukkig wordt het steeds bekender dat dit proces in veel gevallen om te keren is. In Nederland maken bijvoorbeeld fysiotherapeuten Cocky en Yvonne van Voetentraining.nl zich hier hard voor.
Paul en Ans hebben contact met hen gehad. “Wij hebben hen ontmoet op een barefoot-evenement, die dames zijn echt goed bezig”. Er worden ook steeds meer fysio’s door hen opgeleid, waardoor steeds meer mensen bij een lokale praktijk hulp kunnen krijgen. Paul: “De voetfunctie is geweldig geavanceerd en een essentieel onderdeel van ons bewegingsapparaat. Er is een weg terug en het proces is omkeerbaar. Deze beweging gaat nooit meer weg”.